Op 10 juni 2016 was het dan eindelijk zover, ik had mijn blokjes! Ik kon mijn vreugde niet meer op! Waarom ik zo enthousiast daarover was en waarom ik die zo laat pas kreeg, kom je in deze post te weten.

[Nota: klik hier voor een update die begint waar deze blog eindigde tot vlak voor de kaakoperatie. Klik hier voor een update beginnend vanaf de laatste update na de operatie tot augustus 2018.]

Historie

‘Laatbloeier’

Mijn eerste melktand viel pas in mijn tweede leerjaar uit. Op het einde van het lager had ik er, als ik mij nog goed herinner een stuk of zeven gewisseld. Ik was een late, dat moge duidelijk zijn. Al vanaf het begin van mijn middelbaar ging ik naar de orthodont vanwege mijn tanden. Hoe dan ook zou ik ooit een beugel moeten dragen, mijn tanden stonden niet goed. Indien niet, zou ik niet goed kunnen kauwen, wat tot kaakproblemen zou leiden. Ik was onmiddellijk ervoor te vinden, ik zou het fantastisch vinden om een beugel te dragen. Alleen het idee al. Waarom ik dat zo graag wilde, weet ik zelf niet zo goed, ieder ander ‘normaal’ kind of puber gruwelt meestal van een beugel te moeten dragen. Dat mijn tanden dan ook ineens mooi zouden staan, dat was nog geweldiger, maar uiteraard ook de bedoeling. Mijn vader echter stond er echter niet achter.

De natuur een handje helpen

Ergens rond mijn 16e trokken ze een stuk of vier tanden uit omdat het anders te lang zou duren voordat de definitieve er zouden uitkomen. Dan nog hadden ze geen zin om zich te tonen. Ik heb zeker tot mijn 20e rondgelopen met minstens één volledig gat in mijn gebit. Rond mijn 17e of 18e, als ik het nog goed voorheb, werden mijn wijsheidstanden getrokken, anders hadden mijn andere tanden te weinig plaats. Pas op mijn 20e kwam mijn laatste definitieve tand piepen, ik voelde toen nog maar het puntje. Pas rond deze tijd, ik ben nu 25, is die tand zo goed als volledig gezakt.

De nood was hoog

Op mijn 24e was ik het echt beu. Mijn laatste definitieve tand deed er eeuwen over om te zakken. Toch was die al voldoende gezakt voor een beugel. Ik vond dat ik geen mooie tanden had, en dus ook geen mooie lach. Daarbovenop was stukken voedsel afbijten niet altijd even gemakkelijk, door de gaten tussen mijn bovenste tanden van voor (tot en met de hoektanden) en mijn bovenste snijtanden die naar binnen toe stonden (en dus nog meer spatie creëerden). Daardoor moest ik vaak meerdere malen eenzelfde stuk ‘lossnijden’. Vervolgens was het moeilijk om mijn bovenste snijtanden te poetsen aan de achterkant, vanwege de stand naar binnen toe. Daarbij kreeg ik ook steeds vaker pijn aan mijn kaken, ze waren soms lichtjes ontstoken of soms compleet gespannen.

De redster in nood

Gelukkig heb ik een fantastische bomma, zij wilde met alle plezier mijn beugel sponsoren. Ik zal haar eeuwig dankbaar zijn! Mijn vader had geen pap meer te brokken op dat vlak, mijn besluit stond vast. Helaas voor mij werd er nu niets meer van de behandeling terug betaald. Dat is alleen als de behandeling op je 21e verjaardag, ten laatste, is afgerond. Ik vervloekte zo’n beetje de flauwe grappenmaker die het leuk vond om mijn tanden zo laat en zo traag te laten doorkomen.

Het proces in gang

De voorbereidingen

De eerste afspraken, na zovele jaren, bij de orthodont waren: check-up van de huidige ‘stand’ van zaken, een mal laten maken (‘wat een lekkere plasticine… not!’ en ‘help ik kan niet meer ademen!), enkele röntgenfoto’s laten nemen, een consultatie bij de kaakchirurg (ik heb een zware onderbeet) en ik vergeet wellicht nog een paar details.

Enkele dagen voor 10 juni 2016 moest ik even langskomen om enkele elastiekjes tussen mijn kiezen te plaatsen. Zo zou er tegen de 10e voldoende plaats ontstaan om er ringen rond te plaatsten. Wat was dat een vervelend gevoel! Ik voelde mijn tanden verplaatst worden, tot helemaal vooraan. Tijdens het kauwen voelde ik ook constant druk op de rekkers die het doorgaven aan de tanden. Als ik gewoon tanden op elkaar deed voelde ik de bovenkant de rekkers uitsteken boven mijn tanden, ik kon er tegenzitten. Dat was een raar gevoel, ik ben er nog steeds niet uit of het pijnlijk of aangenaam was. Ik speelde er vaak mee, ging er ook vaak met mijn tong over.

De grote dag

Op 10 juni 2016 was D-Day, de grote dag, kei spannend! Eindelijk die rekkers eruit. Maar ook zeker een uur met je mond open liggen, ringen laten passen, zien welke blokjes op welke tanden moeten komen,  een uitgedroogde mond hebben, tandcement (of hoe dat ook mag heten) erop gesmeerd krijgen, de blokjes erop geplakt krijgen, met zo’n lampje het cement laten harden, nog een uitgedroogdere mond hebben, een kleurtje mogen kiezen, een ijzerdraad in de beugel krijgen en de rekkertjes errond krijgen. Eindelijk wat water om te spoelen! Hehe.

Ik kwam thuis, zo fier als een gieter. Ik kon niet breed genoeg lachen. Alleen zou het lachen me al snel vergaan. De beugel trok en sleurde aan mijn tanden, het deed keiveel pijn, al na een uurtje ofzo. Eten kauwen was erg pijnlijk, dus een Dafalgan was welkom. Mijn eerste poetsbeurt duurde letterlijk een uur! Gelukkig verminderde de lengte van elke poetsbeurt systematisch, tot het een 10-tal minuten duurde, wat nu nog steeds zo is. De pijn bleef enkele dagen rondhangen, maar daarna verbeterde het snel. Nog een voor deel van blokjes dragen: bijna dagelijks verse fruitpap! Gewoon zonder schroom fruitpap eten als 24 (en nu 25) jarige, je moet het maar kunnen hé. En weet je wat, het is heerlijk!

De tweede cyclus

Toen ik terug moest voor de eerste aanpassing, was het erg pijnlijk wanneer ze de rekkertjes van mijn bovenste snijtanden verwijderden. Nieuwe rekkertjes erop zetten nog des te meer. De tweede cyclus (zo ga ik tijd tussen de aanpassingen noemen) begon zoals de eerste. De pijn viel eerst mee. Dan, na een uurtje, begon het getrek en gesleur weer. Zelfs een banaan was te hard, ook voor mijn kiezen. De dag erna waren mijn bovenste snijtanden opeens wel heel erg veel naar voor geschoten. Ik had niets extra pijnlijks gevoeld in de nacht, ik verschoot er wel even van, maar erna stond ik er gewoon van versteld.

De volgende cycli

De andere cycli gingen altijd zoals de andere. De eerste dag redelijk wat pijn, maar niet meer voldoende om nog een Dafalgan te moeten nemen. vervolgens merkte ik al bijna niet meer dat ik een beugel droeg. Vanaf januari (of was het december) gaven ze mij een metalen (of stalen?) draad. Mannekes, dat deed zeer! Ik heb toen toch terug een Dafalgan moeten nemen, anders kon ik gewoon niets meer doen van de pijn. Zelfs niets doen deed pijn. De dag erna was het gelukkig weer fel verbeterd, ik voelde nog pijn, maar ik kon nog functioneren zonder pijnstiller. Zo verging het de keren erop ook.

Elke keer nam ik een foto de dag dat er een aanpassing gebeurde, net ervoor en vlak erna. Zo kon ik de evolutie bijhouden om later nog eens te vergelijken met elkaar. Jullie kunnen het ook zien in de diashow hieronder.

Trivia

Technisch probleempje

Met mijn blokjes heb ik toch wel wat dingen meegemaakt. Allereerst was er nog een technisch probleempje. Rond mijn laatste onderste kiezen konden ze geen ringen plaatsen vanwege tandvlees dat er half over was gegroeid. Dat moest ik eerst nog laten verwijderen door de tandarts. Eens dat dat gebeurd was, konden de ringen er wel rond. Natuurlijk was het tandvlees daar nog erg kwetsbaar, ook al was het een week ervoor gebeurd. Het bloedde dan ook keihard en ik kreeg een uitbrander van de orthodonte. Ik moest ook tussen dat tandvlees en de achterste tanden flossen om ontstekingen te voorkomen. Ik geraakte er nauwelijks tussen, tenzij ik met het stokje bijna recht naar achter in mijn tandvlees zou zitten … Geweldig …

Flossen

Over flossen gesproken. Ik had het nog zo goed als nooit gedaan. Toen de orthodonte na het plaatsten van mijn beugel mij het startpakketje meegaf, nam ze een zo’n tandenstokertje om te demonstreren hoe ik tussen mijn tanden moest flossen. Ze stak het ergens random tussen, man dat deed pijn. Het bloedde nogal. Dan kwam de eerste uitbrander dus, dat ik mijn tanden moest flossen vanaf nu, dat mijn tandvlees duidelijk ontstoken was en dat het bloeden zou minderen als ik elke dag met zo’n tandenstoker zou prikken tussen mijn tanden. Jeuj. Ik keer er al zo naar uit.

Toch heeft het geholpen. Alleen, tussen mijn twee achterste kiezen links kreeg ik niets tussen. Daar zat mijn gevulde tand. Pas begin dit jaar probeerde ik het nog eens en als bij wonder lukte het toen wel! Met keiveel bloed als cadeau er nog bij ook natuurlijk. Ook tussen mijn linker hoektand en zij-snijtand kreeg ik niets tussen. Pas na enkele maanden wel. Na een tijd kon ik niet meer tussen mijn onderste tanden vanvoor. Het zat pottoe.

Tandvlees poetsen

Nog een vermeldenswaardig weetje gaat over de manier waarop ik mijn tanden moet poetsen. Bij de startkit zaten ook instructies, waarin staat dat ik de buitenkant moet poetsen op drie verschillende manieren. Ik moet eerst met de haren van de tandenborstel naar het tandvlees toe poetsen, dat had ik nog nooit in mijn leven gedaan. Wat was dat pijnlijk. Na enige tijd wende ik er wel aan, het begon minder pijn te doen. Dus mensen, het is beter om ook als je geen beugel draagt, je tanden op die manier te poetsen.

Plakverklikker

Nog iets dat in die startkit zat, was een plakverklikker. Een roos pilletje waarop ik moet kauwen en de kleurstof moet verdelen in mijn mond, over al mijn tanden en alle vlakken ervan. Als ik het uitspoelde verschoot ik van de hoeveelheid pigment. Voor ik mijn mond spoelde om de overvloed aan pigment te verwijderen, keek ik even in de spiegel en ook daar schrok ik toch wel even van. Ik leek wel een hongerig monster dat net een bloederig stuk dier had opgegeten. De plekken op mijn tanden waren gemakkelijk weg te poetsen, maar mijn tong hield de kleur erg lang vast, ook na meerdere schrobbeurten met en zonder tandpasta. Dus als je nog wilt kussen met je lief, doe dit dan best de avond ervoor al, of nog vroeger.

Was

Bij diezelfde startkit kreeg ik ook was mee om mijn wangen te beschermen tegen de blokjes. Het was een klein doosje, en bijlange na niet genoeg. Ik kocht twee extra doosjes en dat bleek wel te voldoen. Mijn wangen lagen na de eerste twee dagen al open toen ik besefte dat het broodnodig was om die was te gebruiken. Na enkele maanden werd het stilaan beter, nu gebeurt het zelden dat mijn wangen geschaafd worden. Het gebeurde regelmatig dat ik vergat dat ze op de blokjes zaten, dus slikte ik er wel meer dan eens een paar in tijdens het eten. Gelukkig is het van eetbaar materiaal, niet schadelijk voor de gezondheid.

Dromen

Daarnaast moet je weten dat, letterlijk en figuurlijk, een van mijn ergste nachtmerries gaat over mijn tanden. Dat er een uitvalt, afbreekt of dat ze en masse of zelfs allemaal uitvallen of afbreken. Voor ik een beugel droeg, had ik al heel mijn leven af en toe zo van die dromen. Nu ik een beugel draag heb ik die nog steeds, maar zo nu en dan is er een draai aan gegeven. Zo droomde ik al meerdere keren dat mijn beugel kapotsprong en mijn tanden opeens nog schever kwamen te staan dan ervoor. Een andere nachtmerrie is dat ik kauwgom aan het kauwen ben, mét mijn beugel. Iedereen die een beugel heeft gedragen, weet dat dat ten strengste verboden is. Als ik dan wakker ben, ben ik dan ook enorm opgelucht dat het maar een droom was. Het is ook al gebeurd dat ik met mijn beugel bleef haken in een of ander stofje van mijn of iemand anders zijn/haar kledij. Niet zo aangenaam …

Gemis

Door de beugel moet ik wel een ding heel erg missen: appeltjes eten. Of toch op de manier dat ik het het liefste doe (en ook het snelste is), namelijk knabbelen. Nu moet ik ze eerst in kleine stukjes snijden (teveel moeite!). Een oplossing is wel dat we regelmatig eens gebakken appeltjes eten ’s avonds. Heerlijk! Met wat honing, kaneel, eventueel wat suiker … ik krijg al terug honger als ik dit schrijf.

Hilariteit

Een grappig iets dat me wel al heel vaak overkomen is, is dat mijn lippen blijven haken achter de blokjes. Een beetje grappig als je dan aan het praten bent met iemand en je moet even met je vingers je lippen bevrijden van de gijzeling. Nog iets dat ik kan vertellen, is dat ik de indruk heb dat mijn lach breder wordt, buiten mijn tanden die aan de zijkanten wat meer oppervlak beslaan in mijn lach.

Ook bleven mijn wangen wel eens haken aan een van de beugelblokjes, of zelfs de achterkant van mijn wangen aan het uiteinde van de draad, met bulten tot gevolg die het nog eens gemakkelijker maakten dat mijn vel er bleef inhaken.

Na het eten kan ik eigenlijk nog eens eten, van de stukjes die achter en tussen mijn beugel gekropen zijn. Een halve kip, iemand? Gelukkig zijn er nog tandenstokers, zo geraak ik ook van dat lastige gevoel af. Je voelt het namelijk constant zitten als je die stukjes er niet tussenuit haalt.

Andere mensen met blokjes

Wat ik ook erg leuk vind, is wanneer ik andere personen zie die al volwassen zijn, of al minstens in de late tienerjaren zitten, en die ook ene beugel dragen. Dit vind ik geweldig! Meestal zie ik ze dan wat verlegen zijn, niet echt hun tanden durven laten zien. Dit vind ik wel spijtig, je moet je nergens voor schamen. Ik hou van mijn blokjes. Als ik praat of lach denk ik er niet eens aan dat ik een beugel draag. Dan wil ik ook wel even toegeven dat ik zelfs vind dat ik er goed mee sta. En mocht ik er volgens anderen toch niet goed mee staan, dan kan mij dat geen bal schelen. Ik ben er van overtuigd van wel en ik laat (op dat vlak) mij niet van mijn stuk brengen door mensen die er anders over denken.

Kleurtjes!

Elke keer ik zo’n aanpassing laat doen, mag ik een nieuwe kleur kiezen, dat heb ik dan ook gedaan, ik ben begonnen met mijn vele lievelingskleuren in de volgorde van opkomst (behalve dat ik wit en zwart heb omgedraaid, maar technisch gezien zijn dat toch geen kleuren dus, boejeuh). Dat is weer zo’n vreemd kantje van mij, over de jaren heen had ik een andere lievelingskleur. Het begon met wit, dan zwart, vervolgens rood, blauw, paars, beige (die kleur hadden ze niet als rekker) en groen. Deze laatste twee zijn twijfel gevallen, op die momenten wist ik niet goed of ik het nu als lievelingskleur beschouwde of niet, het kwam gewoon vaak voor in mijn leven. Vanaf groen wist ik niet meer welke kleur ik zou vervolgens zou pakken als rekker. Het is geel geworden. Ondertussen weet ik al welke kleuren erna gaan komen: oranje, appelblauwzeegroen, grijs/zilver en dan misschien roze (ik hou niet zo van roze). Als het dan nog nodig is kan ik schakeringen van reeds genomen kleuren kiezen: lichtblauw, purper, bruin-purper, lichtgroen, donker- of lichtroze (afhankelijk van wat ik ervoor als roze zou kiezen). Ik had ook graag eens zo alle kleurtjes door elkaar gehad, maar bij de vraag was het antwoord dat ik er maximaal drie mocht kiezen. Spijtig. Wie weet maak ik dan wel een collage van al die foto’s tot dan toe en plak het dan samen zodat ik op elk blokje een ander kleurtje zal hebben … Hoop doet leven.

Conclusie

Eerlijk gezegd, buiten dan de appeltjeskwestie, ga ik mijn beugel nog missen als die er uiteindelijk af zal gaan. Noem mij raar, dat mag, ik weet het al van mezelf. In ieder geval, deze weg en uitdaging is zeker de moeite waard, het wachten waard, de pijn waard, het beperkte eten waard.

Heb jij blokjes (gehad) of ga je ze binnenkort moeten dragen? Herken je soms zaken? Wat is/was jouw ervaring of zie je het nog zitten? Laat maar van je horen hieronder in de commentaren!

Veel liefs,

Mijn handtekening